Skip links

Eindejaarstips 2024: Haal het maximale uit uw financiën

S+DL Blog

Het einde van het jaar nadert. Daarom graag uw aandacht voor de eindejaarstips 2024! Zijn er acties die u nu al moet ondernemen, of vragen bepaalde zaken juist om uitstel en zijn er veranderingen waarmee u rekening moet houden? In dit artikel een selectie van de belangrijkste tips en aandachtspunten. Neem voor meer informatie gerust contact met ons op. We beoordelen dan samen of actie gewenst is. Sluit 2024 hiermee goed af en ga goed voorbereid het nieuwe jaar in!

Eindejaarstips 2024 voor particulieren

1. Optimaliseer uw vermogen in box 3-vermogen

Tot en met 2026 wordt de box-3-heffing berekend aan de hand van forfaitaire rendementspercentages voor de drie categorieën ‘bank- en spaartegoeden, ‘overige bezittingen’ en ‘schulden’. Voor 2025 is het forfaitaire percentage voor de ‘overige bezittingen’ vastgesteld op 5,88%. De percentages voor de categorieën ‘bank- en spaartegoeden’ en ‘schulden’ worden pas na afloop van het kalenderjaar bekendgemaakt. Het tarief van de box-3-heffing blijft 36%. Het deel van uw vermogen waarover u geen box-3-heffing hoeft te betalen, het heffingvrije vermogen, wordt op 1 januari 2025 slechts verhoogd van € 57.000 per belastingplichtige (fiscale partners: € 114.000) naar € 57.684 (fiscale partners: € 115.368). Kortom, alle reden om uw box-3-vermogen te verlagen, bijvoorbeeld door:

  • nog dit jaar de geplande aankoop te doen van dure goederen die niet tot box 3 worden gerekend (denk aan een auto, boot of kunstwerk);
  • zo veel als mogelijk uw belastingschulden te betalen. Deze schulden kunt u niet aftrekken van uw vermogen in box 3, maar betaalt u deze schulden vóór 31 december 2024, dan wordt uw vermogen in box 3 wel lager en bespaart u dus box-3-heffing. Een uitzondering wordt gemaakt voor de verschuldigde erfbelasting. Die schuld is wel aftrekbaar van het box-3-vermogen.
  • gebruik te maken de aftrekruimtes voor lijfrentepremie als u een pensioentekort hebt. Door meer te storten op een lijfrentepolis met meer aftrek in box 1, verlaagt u tevens uw box-3-vermogen.
  • uw verhuurde panden te verkopen en de opbrengst op een spaarrekening te zetten, die veel lager wordt belast in box 3. Bent u dga en is uw schuld bij de eigen bv te hoog? Los dan met de verkoopopbrengst een deel van de schuld af, zodat uw schuld onder de € 500.000-grens blijft.

Het jaar 2022 was het laatste jaar dat er gebruik gemaakt kon worden van de verhoogde vrijstelling schenkbelasting voor de eigen woning (€ 106.671). Als de benodigde financiële middelen er niet direct waren, dan kon in 2022 slechts één euro worden geschonken om de vrijstelling veilig te stellen. Het jaar erop kon de schenking dan worden aangevuld. De besteding van de middelen van de schenking zelf kon gespreid worden. Hoe zat dat ook alweer? De schenking kon in het jaar 2022 worden aangewend, maar ook in de twee daarop volgende jaren (2023 en 2024). Daarmee is 2024 dus het laatste jaar waarin aanwending mogelijk is. Kunt u dit jaar de vrijstelling deels of geheel niet aanwenden? Dan zult u dat moeten doorgeven aan de Belastingdienst. De aanslag schenkbelasting volgt in dat geval vanzelf.

Koopt u een woning en bent u (of uw partner) ouder dan 18 maar jonger dan 35 jaar? In dat geval kunt u gebruikmaken van de startersvrijstelling in de overdrachtsbelasting (OVB), mits u de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaat gebruiken en de vrijstelling niet eerder hebt benut. De vrijstelling geldt tot een bepaalde woningwaardegrens. Die grens is dit jaar € 510.000, maar gaat in 2025 omhoog naar € 525.000. Heeft u plannen om een woning te kopen en voldoet u aan de voorwaarden van deze vrijstelling? Wellicht is het dan verstandig om met de aankoop te wachten tot 2025.

4. Koop of verkoop eigen woning en de belastingheffing in box 3: vóór of na 31 december 2024?

Als u uw eigen woning binnenkort gaat verkopen, is het voordelig om de eigendomsoverdracht uit te stellen tot ná de jaarwisseling als u nog geen andere eigen woning heeft gekocht waarvoor u de verkoopopbrengst van uw huidige woning wilt aanwenden. Als u uw woning dit jaar nog verkoopt en notarieel levert, behoort de opbrengst tot het vermogen in box 3. Door pas ná de jaarwisseling uw woning te leveren, blijft deze per 1 januari 2025 buiten aanmerking voor de vermogensrendementsheffing. Als u een eigen woning wilt gaan kopen en dat huis voor een flink bedrag met eigen vermogen wilt betalen, geldt het omgekeerde. In dat geval gaat uw vermogen in box 3 over naar box 1, waardoor het juist gunstig is om nog vóór de jaarwisseling de woning te laten leveren.

5. Benut de lijfrentepremieaftrek

Heeft u een pensioentekort? In dat geval kunt u hiervoor een aanvullend inkomen regelen. Bijvoorbeeld door bij een verzekeraar een lijfrentepolis te sluiten of bij een bank een lijfrentebankspaarproduct. Sinds begin 2023 zijn de aftrekruimtes in de jaarruimte en de reserveringsruimte aanzienlijk verruimd. Zo is de jaarruimte nu 30% van uw loon of uw winst uit een onderneming. Het maximum bedraagt nu € 36.077. De maximale reserveringsruimte is verhoogd naar € 41.608 en geldt voor de onbenutte jaarruimtes van de afgelopen 10 jaar (voorheen 7 jaar). Maar let op, alleen de lijfrentepremie die u in 2024 daadwerkelijk hebt betaald, kunt u aftrekken in uw aangifte inkomstenbelasting 2024.

6. Elektrisch rijden wordt duurder

Elektrisch rijden wordt volgend jaar een stuk duurder. Aan het eind van het jaar stopt namelijk de subsidiëring van de aanschaf van nieuwe of gebruikte elektrische personenauto’s. Daarnaast wordt de tijdelijke tariefkorting van 100% in de motorrijtuigenbelasting verlaagd naar 75% en wordt daarna nog verder afgebouwd. Per 2026 gaat deze naar slechts 25% en ingaande 2030 vervalt de tariefkorting helemaal.

Eindejaarstips 2024 voor ondernemers

7. Benut hogere mkb-winstvrijstelling

De mkb-winstvrijstelling is een aftrekpost van uw winst. U krijgt deze aftrekpost als u een of meerdere ondernemingen hebt. De aftrekpost is een percentage over de behaalde jaarwinst van deze onderneming(en). Nu bedraagt dit percentage nog 13,31%, maar volgend jaar gaat dit percentage omlaag naar 12,7%. Heeft uw onderneming verlies geleden? Dan verlaagt de mkb-winstvrijstelling het verrekenbaar verlies.

De mkb-winstvrijstelling maakt geen onderdeel uit van de ondernemersaftrek. U hoeft niet te voldoen aan het urencriterium dat bijvoorbeeld wel voor de zelfstandigenaftrek geldt. U past de mkb-winstvrijstelling toe op de winst na aftrek van de ondernemersaftrek.

Heeft u in het verleden een herinvesteringsreserve gevormd van de winst bij verkoop van een bedrijfsmiddel? Controleer dan of dit jaar het laatste jaar is, waarin u de reserve moet gebruiken. Dat moet immers binnen drie jaar na het jaar waarin u de herinvesteringsreserve hebt gevormd. Is dat het geval, zorg er dan voor dat u dit jaar nog investeert en voorkom dat u de reserve aan de belastbare winst moet toevoegen.

9. Desinvesteren of juist niet?

Heeft u bedrijfsmiddelen waarvoor u investeringsaftrek hebt gehad? Voorkom dan een desinvesteringsbijtelling. Daarmee krijgt u te maken als u deze bedrijfsmiddelen verkoopt binnen vijf jaar na het begin van het jaar, waarin u de aftrek hebt geclaimd. Ook als u binnen die termijn een handeling verricht die met verkoop gelijk te stellen is – u brengt bijvoorbeeld een bedrijfsmiddel over naar uw privévermogen – krijgt u hiermee te maken.

Tip: Check altijd eerst de investeringsdatum, voordat u tot desinvesteren overgaat. Wellicht moet u dat pas in 2025 doen.

10. Spreiden investeringen voor meer KIA

Het is ook zinvol om voor het optimaal benutten van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) te bekijken of u bepaalde investeringen nog in 2024 moet doen of dat u die beter kunt doorschuiven naar 2025. Het spreiden van investeringen kan u meer KIA opleveren. Investeert u in 2024 tussen € 2.800 en € 69.765, dan krijgt u hierover 28% KIA. U kunt voor een totale investering tussen € 69.765 en € 129.194 een vast bedrag claimen van € 19.535. Voor investeringen van in totaal tussen € 129.194 en € 387.580 neemt dit vaste bedrag geleidelijk af. Boven een investeringsbedrag van € 387.580 krijgt u geen KIA meer. Spreiden van de investeringen over twee jaren is dan dus vaak voordeliger.

11. Laatste jaar aankoop bestelauto zonder bpm

Als u nu een bestelauto aanschaft voor uw onderneming, betaalt u geen bpm. Daarvoor geldt namelijk een vrijstelling. Deze ondernemersvrijstelling wordt per 1 januari 2025 afgeschaft. De grondslag van het reguliere bpm-tarief voor bestelauto’s wordt dan omgezet van netto cataloguswaarde naar CO2-uitstoot. De CO2-uitstoot wordt op dezelfde wijze vastgesteld als nu al gebeurt voor personenauto’s. Vanaf 2025 gaat u dus – net als particulieren – bpm betalen bij de aanschaf van een bestelauto voor uw onderneming. Ook wijzigt dan de afschrijvingstermijn voor de bpm van 5 naar 25 jaar.

Let op! Rijd u in een bestelauto die is aangeschaft met toepassing van de ondernemersvrijstelling en is de 5-jaarstermijn nog niet verstreken? Dan blijft die vrijstelling ook na 31 december 2024 van kracht bij ongewijzigd gebruik, mits u aan de voorwaarden blijft voldoen. Verkoopt u ná 31 december 2024 maar binnen die 5-jaarstermijn de bestelauto aan een particulier, dan hoeft u de vrijgestelde bpm niet terug te betalen.

12. Bedrijfsopvolgingsregelingen wijzigen opnieuw

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de schenk- en erfbelasting maakt het mogelijk om uw onderneming fiscaalvriendelijk over te dragen naar de volgende generatie. In veel gevallen is de bedrijfsoverdracht dan namelijk geheel vrijgesteld of slechts beperkt belast. Daarnaast bestaat er in de inkomstenbelasting een doorschuifregeling die het mogelijk maakt om de aanmerkelijk belangaandelen (5% of meer) in een bv bij overlijden of door schenking over te dragen, zonder dat er belasting verschuldigd is (DSR ab). De BOR en de DSR ab moeten ervoor zorgen dat bij een bedrijfsopvolging de continuïteit van uw bedrijf of bv niet in gevaar komt. Vorig jaar zijn al wijzigingen aangenomen die op 1 januari 2025 in werking treden:

  • De 100%-vrijstelling in de BOR wordt van toepassing op € 1,5 miljoen van het ondernemingsvermogen (nu: € 1.325.253) en het meerdere wordt vrijgesteld voor 75% (nu: 83%).
  • Afschaffing ‘doelmatigheidsmarge’ in de BOR: als er sprake is van beleggingsvermogen, wordt dit aangemerkt als ondernemingsvermogen tot maximaal 5% van het ondernemingsvermogen.
  • Bedrijfsmiddelen die zowel zakelijk als voor andere doeleinden worden gebruikt, zullen dan alleen volledig kwalificeren voor de BOR en DSR ab voor zover deze tenminste voor 90% worden gebruikt voor de onderneming. Worden de bedrijfsmiddelen voor minder dan 90% gebruikt voor de onderneming? Dan gelden deze faciliteiten slechts voor zover de bedrijfsmiddelen worden gebruikt voor de onderneming. Dit zal alleen gelden voor bedrijfsmiddelen met een waarde van minimaal € 100.000.
  • Ook komt dan het ‘dienstbetrekkingsvereiste’ in de DSR ab bij schenking te vervallen. Dit vereiste houdt in dat de begiftigde ten minste 3 jaar in dienstbetrekking moet zijn bij de onderneming van de vennootschap, waarvan de aandelen worden geschonken. Deze eis blijft wel gelden voor de doorschuifregeling voor een onderneming in de inkomstenbelasting.
  • Invoering van een minimumleeftijd van 21 jaar in de BOR en de DSR ab bij schenking. Deze leeftijdsgrens geldt dus niet voor een bedrijfsopvolging in geval van overlijden.

Dit jaar is daar één wijziging bijgekomen, die ook op 1 januari 2025 ingaat. Die wijziging betreft het inkorten van het zogenoemde ‘voortzettingsvereiste’ in de BOR bij schenking. Dit vereiste houdt nu nog in dat de begiftigde 5 jaar winst uit onderneming blijft genieten of de aandelen in de geschonken onderneming ten minste 5 jaar in bezit houdt, waarbij de onderneming ten minste 5 jaar wordt voortgezet. Het ‘voortzettingsvereiste’ wordt volgend jaar ingekort tot 3 jaar.

Eindejaarstips 2024 voor de DGA

13. Hoge box-2-tarief wordt verlaagd

Sinds dit jaar kennen we twee box-2-tarieven: 24,5% over de eerste € 67.000 per belastingplichtige (fiscale partners: € 134.000) en 33% over het meerdere. Volgend jaar gaat het hoge box-2-tarief weer terug naar 31%. Het lage box-2-tarief voor inkomen (bijvoorbeeld uit dividenden of de winst bij verkoop van aanmerkelijk belangaandelen) tot € 67.000 wijzigt niet. Dat blijft dus 24,5%. Heeft u een fiscaal partner? Dan geldt het lage box-2-tarief tot € 134.000 bij een gelijke verdeling tussen u en uw partner.

Let op bij dividend uitkeren

U overweegt misschien om dit jaar een dividenduitkering te doen. Tot € 67.000 per persoon kan dit sowieso voordeliger zijn dan een dividenduitkering in 2025. Dit hangt samen met een wijziging in de systematiek van de algemene heffingskorting die op 1 januari 2025 in werking treedt. De afbouw van deze heffingskorting vindt dan niet meer alleen plaats over uw box-1-inkomen, maar ook over uw inkomen uit box 2 en box 3. Keert u dividend uit in 2025, dan telt dit dus mee voor de afbouw van de algemene heffingskorting en krijgt u dus minder korting.

Bent u AOW-gerechtigd en heeft u recht op de ouderenkorting. Dan wordt ook die korting bij een dividenduitkering in 2025 sneller afgebouwd.

Valt uw box-2-inkomen sowieso in de tweede schijf? Doe de dividenduitkering dan in 2025. Het dividend is dan immers belast tegen 31% in plaats van 33%.

14. Los uw excessieve lening bij uw bv tijdig en voldoende af

De grens waarboven u over schulden bij de eigen bv box 2-belasting moet betalen, is begin dit jaar fors verlaagd van € 700.000 naar € 500.000. Bedragen de schulden aan uw eigen bv (niet zijnde eigenwoningschulden) meer dan € 500.000, dan zult u dit jaar moeten aflossen op deze schulden om aan de box-2-belasting te ontkomen. Eind 2024 controleert de Belastingdienst of de schuldenlast bij uw eigen bv voldoet aan de grens van € 500.000. Controleer daarom tijdig de hoogte van uw schuldenlast bij uw eigen bv. Is de schuld te hoog, onderzoek dan of, en hoe u die schuldenlast omlaag kunt krijgen. Naast aflossen uit privémiddelen, kunt u ook denken aan herfinanciering van (een deel van) de schuld bij een bank. Heeft u vastgoed in privé? Dan zou u dat kunnen verkopen (eventueel aan uw eigen bv) om met de opbrengst de schuld aan uw bv af te lossen. Let wel, de koper zal daarbij overdrachtsbelasting verschuldigd zijn!

Dubbele heffing voorkomen

Eind 2023 was de drempel voor het excessief lenen € 700.000. Was uw schuldenlast toen hoger dan deze drempel, bijvoorbeeld € 850.000. Dan hebt u in de aangifte IB 2023 het meerdere (€ 150.000) moeten aangeven als inkomsten uit aanmerkelijk belang. De drempel eind 2024 wordt daardoor met € 150.000 verhoogd van € 500.000 naar € 650.000. Zo wordt dubbele heffing voorkomen.

Hypotheekrecht verstrekken

Gaat u een eigenwoningschuld aan met uw eigen bv, zorg er dan voor dat u een hypotheekrecht verstrekt aan uw eigen bv. Anders valt deze schuld niet onder de uitzondering!

Voorkomen dubbeltellingen

Er doen zich ten aanzien van excessief lenen onbedoelde dubbeltellingen voor van schulden bij personenvennootschappen (denk aan maatschap, vennootschap onder firma en commanditaire vennootschappen). In het Belastingpakket 2025 wordt dit voorkomen door bepaalde schulden buiten beschouwing te laten. Dit betreft de situatie waarin participanten in een samenwerkingsverband ook een aanmerkelijk belang hebben in een vennootschap en deze vennootschap een lening heeft verstrekt aan dat samenwerkingsverband. Dubbeltellingen van schulden en verplichtingen worden in deze situatie uitgesloten van het schuldenbegrip.

Tips voor werkgevers en werknemers

15. Vrije ruimte optimaal benutten

Het percentage van de vrije ruimte in de werkkostenregeling over de eerste € 400.000 fiscale loonsom gaat omhoog van 1,92% naar 2%. Dit percentage gaat op 1 januari 2027 verder omhoog naar 2,16%. Boven de € 400.000 blijft het percentage 1,18%.

Tip: Controleer of u de vergoedingen en verstrekkingen die u aan uw werknemers hebt gegeven op de juiste wijze hebt verwerkt voor de werkkostenregeling en of u mogelijk nog ruimte over hebt om de werkkostenregeling optimaal te benutten. U mag vergoedingen en verstrekkingen ten laste van uw vrije ruimte brengen als het gebruikelijk is dat de werknemer deze onbelast krijgt. De Belastingdienst beschouwt vergoedingen en verstrekkingen van maximaal € 2.400 per werknemer per jaar als gebruikelijk. Vergoedingen en verstrekkingen van in totaal minder dan € 2.400 per werknemer kunt u dus onbelast uitkeren vanuit de vrije ruimte.

16. Gerichte vrijstelling voor thuiswerken

Een werkgever mag (onder voorwaarden) aan haar werknemer een onbelaste vergoeding per thuiswerkdag geven. Voor 2024 is deze vergoeding € 2,35. Voor 2025 wordt deze vergoeding waarschijnlijk € 2,40. Voor werknemers die structureel thuiswerken geldt een praktische regeling, waardoor onder voorwaarden een vaste vergoeding mag worden gegeven. 2 Gerichte vrijstelling voor thuiswerken Een werkgever mag (onder voorwaarden) aan haar werknemer een onbelaste vergoeding per thuiswerkdag geven. Voor 2024 is deze vergoeding € 2,35. Voor 2025 wordt deze vergoeding waarschijnlijk € 2,40. Voor werknemers die structureel thuiswerken geldt een praktische regeling, waardoor onder voorwaarden een vaste vergoeding mag worden gegeven.

Voor een uitgebreide uitleg en meer eindejaartips kun je hier verder lezen. Wil je de Engelse versie? Klik dan hier (Bron: Register Belastingadviseurs).

Uitleg nodig?

Wil je meer uitleg over deze of andere fiscaal gerelateerde onderwerpen, dan zijn Margreet Claassen en Moysa Samoedj van de fiscale afdeling je graag van dienst via het telefoonnummer 0317-413281.

Contactformulier
Vragen? Stel ze!