Op 6 oktober 2023 is het wetsvoorstel “Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden” ter consultatie voorgelegd. Het verduidelijkt het onderscheid tussen zelfstandigen en werknemers en zou de balans moeten bevorderen tussen werken als zelfstandige(n) en met zelfstandigen, en werken als werknemer(s) door helderheid te bieden. Ook ondersteunt het werkenden met beperkte onderhandelingsmacht bij het opeisen van hun arbeidsovereenkomst.
Het nieuwe wetsartikel 7:610 BW verduidelijkt het criterium ‘in dienst van’ met de volgende hoofdelementen:
A. De arbeid wordt onder werkinhoudelijke aansturing van de werkgever verricht.
B. De arbeid of de werknemer is organisatorisch ingebed in de werkgeversorganisatie.
C. De werknemer verricht de arbeid niet voor eigen rekening en risico.
Dit zijn de regels:
– Als A en/of B ontbreken, is er geen arbeidsovereenkomst.
– Als A en/of B er wel zijn, kan er een arbeidsovereenkomst zijn. Dan wordt C beoordeeld en vergeleken met A en B.
– Als A en B belangrijker zijn dan C, is er een arbeidsovereenkomst.
– Als C belangrijker is dan A en B, is er geen arbeidsovereenkomst.
– Als A en B gelijkwaardig zijn aan C, wordt gekeken naar het gedrag van de werknemer in de economie (externe ondernemerschap), ook wel C+ genoemd.
Daarnaast wordt met het voorstel een civielrechtelijk rechtsvermoeden geïntroduceerd bij een uurtarief onder € 32,24 (peildatum 1 juli 2023). Als een werkende aan kan tonen dat er sprake is van een uurtarief lager dan het bovenstaande bedrag, wordt vermoed dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst en is het aan de werkgever om aan te tonen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Wat is het doel van dit wetsvoorstel?
De maatregelen moeten schijnzelfstandigheid verminderen en een duidelijk toetsingskader geven, zodat werkenden en werkgevers meer duidelijkheid hebben omtrent hun rechtspositie. Deze wet moet verduidelijken wanneer als werknemer gewerkt moet worden en wanneer als zelfstandige gewerkt kan worden.
Wanneer gaat dit wetvoorstel in?
Het wetvoorstel is een concept en staat nog niet vast. De beoogde ingangsdatum is 1 juli 2025, mits uitvoerbaar. Er is geen overgangsrecht, dat betekent dat de wet bij invoering onmiddellijk van kracht is. Of de wet in de voorgestelde vorm ook daadwerkelijk wordt ingevoerd, is nog maar zeer de vraag. Vanuit de diverse brancheorganisaties is er veel kritiek op het wetsvoorstel en wordt in twijfel getrokken of het beoogde doel met dit wetsvoorstel wel kan worden bereikt.
Hoe vindt controle in dit wetsvoorstel plaats?
Hoe de handhaving er precies uit gaat zien is nog niet duidelijk, maar de verwachting is wel dat er met name vanuit de Belastingdienst vaker en intensiever gecontroleerd zal gaan worden. Daarnaast loopt een werkgever straks ook het risico dat de vermeende zzp’er een arbeidsovereenkomst claimt als er toch gewerkt wordt op een wijze die eigenlijk beschouwd moet worden als een relatie werkgever-werknemer.
Lees hier het wetsvoorstel in de internetconsultatie: https://www.internetconsultatie.nl/wetverduidelijkingbeoordelingarbeidsrelatiesenrechtsvermoeden/b1#intro-kop
Vragen
Mocht je vragen hebben over bovenstaande informatie dan zijn onze collega’s van de fiscale afdeling of de salarisafdeling je graag van dienst.