Skip links

Verzoek aanpassing arbeidsduur. Kun je als werkgever er onderuit?

S+DL Blog

Een verzoek om aanpassing van de arbeidsduur kun je alleen afwijzen als er een zwaarwegend bedrijfsbelang is. Maar dat is niet snel het geval. Vier voorbeelden uit rechtspraak.

1. Urenvermindering bleek eerder al prima te werken

Een werkgever wijst het verzoek van een werkneemster die na haar ouderschapsverlof minder wil werken af. Maar de rechter oordeelt dat dit onterecht was. De werkgever vond dat hij een zwaarwegend bedrijfsbelang had om het verzoek af te wijzen: de functie kon niet in 24 uur worden uitgevoerd en het zou te veel geld kosten omdat de verhouding declarabele uren en niet-declarabele uren uit balans zou zijn. De rechter oordeelde dat de werkgever geen zwaarwegend bedrijfsbelang had. De financiële onderbouwing was onvoldoende en in de praktijk bleek de urenvermindering prima te werken. De werkneemster werkte tijdens haar ouderschapsverlof bijna twee jaar lang al probleemloos 24 uur per week.

2. Werkgever reageert te laat, gewenste vermindering staat vast

Een verzoek om een aanpassing van de arbeidsduur moet voortvarend behandeld worden. Te laat reageren betekent dat de urenaanpassing vaststaat. Dat gebeurde ook in het geval van een werkneemster die na een burn-out en een re-integratietraject op 24 maart om een urenvermindering verzoekt van 40 naar 32 uur. Tijdens de re-integratie heeft ze ervaren dat dit voor haar de beste werk-privé balans is. De werkgever wijst het verzoek af omdat de functie een fulltimebaan is, maar doet dit pas 21 juni. En dat is te laat, waarmee de verzochte aanpassing vaststaat. De werkgever had sowieso geen zwaarwegende bedrijfsbelangen, voegt de rechter nog aan het oordeel toe. Tijdens de re-integratie heeft de werkneemster zonder problemen 32 uur per week gewerkt: een duidelijke aanwijzing voor de conclusie dat het goed mogelijk is om minder te werken.

3. Werknemer wil meer werken maar reden was niet de werk-privé balans

In een andere rechtszaak wilde de werknemer niet minder maar juist meer uren gaan werken. Hij kon dan maximaal gebruik kon maken van de Regeling Vervroegd Uittreden. Maar die vlieger ging niet op. De regeling uit de Wet flexibel werken (Wfw) is bedoeld om balans tussen werk en privé te ondersteunen. Als de urenaanpassing voor een heel ander doel wordt gevraagd dan die werk-privébalans, kan dat een reden zijn voor afwijzing. De werkgever mocht van de rechter hier het verzoek van de werknemer om urenvermeerdering afwijzen.

4. Werkgever heeft geen zwaarwegend belang, vermindering arbeidsduur kan doorgaan

In deze rechtszaak wordt uitgebreid ingegaan op de belangen van beide kanten. De werknemer wil minder dagen werken en geeft duidelijk aan tot heel veel bereid te zijn om er voor te zorgen dat het korter werken geen problemen voor de werkgever oplevert. De werkgever voert veel redenen aan waarom het voor het bedrijf niet praktisch is dat de werknemer minder gaat werken. De kantonrechter oordeelt uiteindelijk dat de werkgever geen zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang heeft op grond waarvan hij het verzoek om urenvermindering van de werknemer kan afwijzen.

Contactformulier
Vragen? Stel ze!