Skip links

Uber-uitspraak en Wet VBAR 2025: Wat verandert er voor zzp’ers en opdrachtgevers?

S+DL Blog

De Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) moest het onderscheid verduidelijken tussen echte zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers)  en schijnzelfstandigen. Omdat er veel onduidelijkheid was over de criteria en de uitvoering van de wet, heeft de Belastingdienst sinds 2016 geen boetes of naheffingen opgelegd aan opdrachtgevers of zzp’ers die niet voldoen aan de regels van de Wet DBA. Vanaf 1 januari 2025 controleert de Belastingdienst weer of zzp’ers echt als zelfstandige werken of eigenlijk in loondienst horen te zijn. 

Het kabinet werkt aan een nieuwe wet die vanaf 2026 duidelijkheid moet scheppen: de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Wet VBAR). Deze wet beoordeelt de arbeidsrelatie op drie soorten criteria:

  • Werknemerschapscriteria (aansturing door de opdrachtgever, gebrek aan vrijheid in werkinvulling, geen ondernemersrisico)
  • Zelfstandigheidscriteria (vrijheid in uitvoering werkzaamheden, zelf gekozen tarieven, financieel risico dragen)
  • Ondernemerschapscriteria (zoals meerdere opdrachtgevers, investeren in eigen bedrijf, aangifte doen als ondernemer, acquisitie voeren)

Uber-uitspraak: alle factoren tellen even zwaar

Op 21 februari 2025 oordeelde de Hoge Raad in de zaak Uber/FNV dat er geen vaste volgorde geldt bij de beoordeling of iemand werknemer of zelfstandige is. Alle omstandigheden moeten gelijkwaardig worden meegewogen. Oorspronkelijk telde het ondernemerschapscriteria pas mee als de eerste twee criteria in evenwicht waren.

Het laatste criterium ‘extern ondernemerschap’ is dus niet langer ondergeschikt, maar telt volwaardig mee.

Twee mensen die hetzelfde werk doen, kunnen daardoor tóch verschillend beoordeeld worden, afhankelijk van hun ondernemersgedrag.

Aanpassing Wet VBAR

Minister Van Hijum heeft aangekondigd dat de Wet VBAR wordt aangepast om aan te sluiten bij deze uitspraak. Extern ondernemerschap wordt vanaf het begin meegenomen in de beoordeling van de arbeidsrelatie.

Initiatiefwetsvoorstel VVD

Ook politiek is er beweging. De VVD, met steun van D66, CDA en SGP heeft een initiatiefwetsvoorstel (Zelfstandigenwet) ingediend dat duidelijkheid moet bieden over de positie van zelfstandigen. Het voorstel is mede geïnspireerd op de Belgische regelgeving. Het voorstel werkt met een zelfstandigentoets die bepaalt of iemand als ondernemer wordt erkend. Hierbij wordt onder andere gekeken naar:

  • Registratie bij de Kamer van Koophandel en een btw-nummer;
  • Ondernemerschapsgedrag zoals het doen van investeringen, acquisitie, zelf tarieven bepalen en het dragen van ondernemersrisico;
  • Het treffen van ‘adequate voorzieningen’ voor arbeidsongeschiktheid en pensioen.

Als deze toets is gehaald, volgt een tweede toets op de mate van vrijheid in de werkrelatie zelf: hoe vrij is iemand om het werk naar eigen inzicht in te richten en is er sprake van hiërarchische controle?

Deze Zelfstandigenwet werkt met een rechtsvermoeden op basis van het uurtarief, vergelijkbaar met de Wet VBAR. Wie minder dan ongeveer €33 per uur verdient (dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd), wordt standaard als werknemer beschouwd. Tenzij de opdrachtgever kan aantonen dat er sprake is van zelfstandig ondernemerschap. Werkenden moeten zelf dit rechtsvermoeden inroepen om beschermd te worden.

Met deze aanpak wil het wetsvoorstel zowel zekerheid bieden aan zelfstandigen als de positie van werknemers beschermen tegen schijnzelfstandigheid en tegelijkertijd het onnodig hard aanpakken van zzp’ers voorkomen.

Politieke onzekerheid: val kabinet kan wetsvoorstellen vertragen

Tegelijkertijd zorgt de politieke actualiteit voor onzekerheid. Vanwege de val van het kabinet op 3 juni jl., is het kabinet demissionair. De Tweede Kamer bepaalt binnenkort welke wetsvoorstellen als controversieel worden beschouwd en dus worden uitgesteld tot een nieuw kabinet aantreedt. Dit kan gevolgen hebben voor zowel de Wet VBAR als het initiatiefvoorstel ‘Zelfstandigenwet’. Wel blijft de handhaving op schijnzelfstandigheid – ondanks deze politieke situatie – gewoon doorgaan.

Voor vragen of toelichting kun je terecht bij Margreet Claassen of Moysa Samoedj van de fiscale afdeling via 0317-413281.

 

Contactformulier
Vragen? Stel ze!