Op 17 september was het Prinsjesdag.
Wij geven zoals altijd een samenvatting van de maatregelen zodat je precies weet wat je kunt verwachten in 2025. We hebben de samenvatting verdeeld in twee categorieën: maatregelen voor privépersonen en maatregelen voor de ondernemer en zijn onderneming.
Maatregelen voor privépersonen
- Tarieven box 1 – Inkomen uit werk en woning
Per 1 januari 2025 wordt er een lagere eerste belastingschijf ingevoerd. Voor deze schijf gaat een tarief van 35,82% gelden voor inkomens tot € 38.441. Het tarief van de tweede schijf is 37,48% en geldt voor de inkomens tussen € 38.441 en € 76.817. Het tarief voor de derde schijf blijft 49,5% en geldt voor de inkomens vanaf € 76.817. - Verhoging arbeidskorting
De arbeidskorting wordt verhoogd met € 67. Boven op de inflatiecorrectie bedraagt de maximale arbeidskorting daardoor € 5.599 in plaats van € 5.532 (2024). Werkenden met een salaris tot bijna € 44.000 gaan er hierdoor op vooruit. - Algemene heffingskorting
De algemene heffingskorting wordt verlaagd om de introductie van de extra schijf in box 1 te financieren. Vanaf het maximale wettelijke minimumloon (€ 28.406) wordt de algemene heffingskorting afgebouwd naar nihil. - Tarieven box 3 – sparen en beleggen
Vooralsnog wordt vanaf 2027 het daadwerkelijke rendement in box 3 belast. Tot die tijd blijven fictieve rendementen het uitgangspunt. Het heffingsvrij vermogen in box 3 wordt verhoogd met € 684 naar € 57.684 per persoon. In 2025 wijzigt het tarief van box 3 niet en blijft 36%. - Afschaffen Inkomensafhankelijke combinatiekorting uitgesteld tot 2027
De Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is een heffingskorting voor alleenstaande ouders of de minstverdienende partners die werk en zorg voor jonge kinderen combineren. Per 1 januari 2025 zou deze heffingskorting afgeschaft worden. Dit is uitgesteld tot 2027. - Verhoging tarief kansspelbelasting
De kansspelbelasting stijgt in 2025 van 30,5 naar 34,2%. Vanaf 1 januari 2026 bedraagt het tarief 37,8%.
Maatregelen voor de ondernemer en zijn onderneming
- Verlaging zelfstandigenaftrek
De zelfstandigenaftrek wordt in 2025 verlaagd naar € 2.470 (2023: € 3.750). - Verlaging mkb-winstvrijstelling
Een ondernemer in de inkomstenbelasting heeft recht op de mkb-winstvrijstelling. De mkb-winstvrijstelling is een aftrekpost ter hoogte van een percentage van het behaald resultaat uit onderneming. Het percentage van de mkb-winstvrijstelling wordt in 2025 verlaagd van 13,31% naar 12,7%. - Tweede schijf box 2 verlaagd
Sinds 2024 wordt het tarief in box 2 verdeeld in twee schijven: 24,5% over de eerste € 67.000 en 33% over het bedrag daarboven. Het tarief van de tweede schijf in box 2 wordt verlaagd van 33% (2024) naar 31% in 2025. Fiscale partners profiteren twee keer van de lage schijf, wat betekent dat bijvoorbeeld een dividenduitkering van € 134.000 belast wordt tegen het lage tarief van 24,5%. - Afschaffen giftenaftrek
Voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2025 wordt de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting afgeschaft. Dit betekent dat u vanaf die datum geen giften vanuit uw vennootschap meer van uw winst kunt aftrekken. Giften uit uw vennootschap worden daarnaast vanaf 2025 beschouwd als een dividenduitkering aan u in privé en worden daarmee belast met dividendbelasting en in box 2 van de inkomstenbelasting. In box 2 geldt in 2025, afhankelijk van de hoogte van het totaal aan dividenduitkeringen in een jaar, een tarief van 24,5 of 31%. U kunt wel, onder voorwaarden, in privé dan gebruikmaken van de giftenaftrek in de inkomstenbelasting - Kleineondernemersregeling
Vanaf 1 januari 2025 wordt de kleineondernemersregeling (KOR) in de btw uitgebreid. De KOR was beperkt tot ondernemers die in Nederland zijn gevestigd. Vanaf 1 januari 2025 kan de regeling ook worden toegepast door ondernemers die in een andere EU-lidstaat zijn gevestigd, op voorwaarde dat de omzet in de EU maximaal € 100.000 is, inclusief de omzet in Nederland. Ook moeten deelnemers aan de KOR zich houden aan de maximale omzetgrens die geldt in het EU-land. Dankzij de KOR kunnen ‘kleine’ ondernemers kiezen voor een btw-vrijstelling op de omzet (zonder recht op aftrek van voorbelasting). De omzetgrens in Nederland is € 20.000.
Wijzigingen bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en doorschrijfregeling (DSR)
Het doel van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR) is de belemmeringen van een normale (hoge) belastingdruk bij bedrijfsopvolging zo veel mogelijk weg te nemen. In het Belastingplan 2024 waren al wijzigingen opgenomen ten aanzien van de bedrijfsopvolgingsregeling en de doorschuifregeling. In het Belastingplan 2025 zijn nog meer wijzigingen opgenomen. Deze wijzigingen leiden ertoe dat de regels aan de ene kant worden versoberd en aangescherpt en aan de andere kant op een enkel punt worden versoepeld.
- Aanpassen vrijstelling in de BOR
De vrijstelling in de BOR wordt vanaf 2025 verhoogd naar 100% van de goingconcernwaarde (of liquidatiewaarde als die hoger is) van het ondernemingsvermogen tot € 1.500.000 (€ 1.325.253 in 2024). Voor het bedrag daarboven wordt de vrijstelling verlaagd van 83% (2024) naar 75% van het ondernemingsvermogen. - Afschaffen van doelmatigheidsmarge in de BOR en DSR voor beleggingsvermogen
De 5% doelmatigheidsmarge in de BOR en DSR wordt afgeschaft. Deze doelmatigheidsmarge houdt in dat bij vennootschappen beleggingsvermogen tot 5% van het ondernemingsvermogen toch wordt aangemerkt als ondernemingsvermogen. Voor de BOR gaat deze maatregel in per 1 januari 2025. Voor de DSR zal dit later plaatsvinden. - Verkorten voortzettingseis en versoepeling van bezitseis
De bezitseis vereist dat de schenker of erflater een bepaalde periode eigenaar was van de onderneming, terwijl de voortzettingseis de ontvanger verplicht de onderneming voor een bepaalde tijd voort te zetten. Het niet voldoen aan deze voorwaarden kan leiden tot het verlies van de fiscale voordelen. Voorgesteld is om de periode waarin de nieuwe eigenaar de onderneming moet voortzetten, met ingang van 1 januari 2025 te verkorten van vijf naar drie jaar. Verder is voorgesteld om vanaf 1 januari 2026 herstructureringen waarbij de eigendomsverhoudingen niet veranderen, niet als nieuwe bezitstermijn te beschouwen. - Dienstbetrekkingseis in de DSR vervalt
Voor toepassing van de DSR is vereist dat de verkrijger minimaal 36 maanden in dienst is geweest van de onderneming. Per 1 januari 2025 komt deze eis te vervallen voor de doorschuifregeling voor het aanmerkelijk belang. De dienstbetrekkingseis blijft wel gelden voor de doorschuifregeling voor de onderneming in de inkomstenbelasting. - keuzevermogen kwalificeert enkel voor BOR/DSR bij gebruik in onderneming
Met ingang van 2025 kwalificeren bedrijfsmiddelen alleen voor de BOR en DSR voor zover deze voor bedrijfsdoeleinden in de onderneming worden gebruikt. Deze maatregel heeft uitsluitend betrekking op vermogensbestanddelen met een waarde in het economisch verkeer van ten minste € 100.000 én een gebruik voor andere dan ondernemingsdoelen van meer dan 10%. Bij gemengd gebruik kan het bedrijfsmiddel proportioneel worden meegenomen bij de toepassing van de BOR/DSR. - Toepassing BOR en DSR als de verkrijger minimaal 21 jaar is
Met ingang van 1 januari 2025 wordt een minimumleeftijd ingevoerd van 21 jaar bij schenkingen. Voor de bedrijfsopvolging bij overlijden wordt geen leeftijdsgrens voorgesteld.
Het Belastingplan 2025 stelt voor dat vanaf 1 januari 2026 alleen reguliere aandelen met een belang van ten minste 5% van het geplaatste kapitaal in een bv in aanmerking komen voor de BOR en DSR voor aandelen. Dit betekent dat de erflater of schenker een belang van minimaal 5% moet hebben in gewone aandelen om te kwalificeren. Dit mag ook eventueel samen met een partner. Een belang in bijvoorbeeld opties of winstbewijzen kwalificeert vanaf 1 januari 2026 niet langer als het voorstel ongewijzigd wordt aangenomen. Het doel van deze aanpassing is om de bedrijfsopvolgingsregelingen beter af te stemmen op hun oorspronkelijke doel: het faciliteren van echte bedrijfsopvolging zonder dat de bedrijfscontinuïteit wordt bedreigd.
Voor een uitgebreide uiteenzetting en nog meer eindejaartips kun je hier verder lezen (Bron: Register Belastingadviseurs).