De NOW wordt verlengd met een periode van 4 maanden, waarbij een tegemoetkoming voor de loonkosten kan worden aangevraagd voor de maanden juni, juli, augustus en september. Werkgevers die al eerder NOW hebben aangevraagd, moet het tijdvak voor de NOW 2.0 aansluiten bij het gekozen tijdvak in de eerste noodmaatregel; voor nieuwe aanvragers start deze op 1 juni, 1 juli of 1 augustus.

Werkgevers die te maken hebben met tenminste 20% verwacht omzetverlies, kunnen bij UWV een tegemoetkoming voor deze periode aanvragen ter hoogte van maximaal 90% van de loonsom, gerelateerd aan het omzetverlies.

Er zijn een aantal verschillen. We beschrijven ze hier kort. Deze nieuwe voorwaarden van de NOW worden nog nader uitgewerkt. De NOW voor het tweede aanvraagtijdvak kan vanaf 6 juli 2020 tot en met 31 augustus 2020 worden aangevraagd. Net als bij de eerste regeling wordt na een geldige aanvraag eerst een voorschot verstrekt. Het voorschot wordt in twee termijnen betaald.

NOW 2.0 heeft enkele aanpassingen ten opzichte van de huidige NOW. Wat zijn de gewijzigde voorwaarden?

  • De referentiemaand voor de loonsom is voor het tweede tijdvak vastgesteld op maart 2020 (peildatum 15 mei);
  • De omzetdaling wordt dan vastgesteld over een viermaands periode die start op 1 juni, 1 juli of 1 augustus 2020 en volgt daarbij de systematiek van de eerste periode (NOW1.0). De omzetdaling over deze periode moet net als in de eerste NOW-regeling 20% zijn ten opzichte van de referentieperiode (een derde van de jaaromzet van 2019). De gekozen 4 maanden waarin u omzetverlies verwacht, kunt u niet meer aanpassen.
  • De ontslagboete van 50% bij bedrijfseconomisch ontslag vervalt voor de NOW-subsidie voor het tweede tijdvak (juni t/m september). Bij de afrekening zal de subsidie voor ontslagaanvragen om bedrijfseconomische redenen niet langer voor 150%, maar voor 100% worden gecorrigeerd met de hoogte van de loonsom van de werknemers waarvoor ontslag is aangevraagd.
  • Aan werkgevers wordt in NOW 2.0 de inspanningsverplichting opgelegd om hun werknemers te stimuleren een ontwikkeladvies aan te vragen of scholing te volgen voor behoud van werk;
  • Over 2020 en tot en met de aandeelhoudersvergadering in 2021 mag geen dividend of bonus worden uitgekeerd en mogen er geen eigen aandelen worden ingekocht, wanneer er sprake is van een steunbedrag op of boven het bedrag waarvoor een accountantsverklaring vereist is. Voor werkmaatschappijen die als onderdeel van een concern een NOW-subsidie hebben gekregen geldt dit drempelbedrag niet, zij moeten zich hier altijd aan houden;
  • De opslag op de loonkosten wordt verhoogd van 30% naar 40%.
  • De NOW-subsidie wordt met 5% verminderd als de werkgever in de periode van 30 mei 2020 tot en met 30 september 2020 één of meerdere meldingen als bedoeld in de WMCO doet én gedurende het subsidietijdvak voor 20 of meer werknemers in een WMCO-werkgebied ontslag om bedrijfseconomische redenen aanvraagt. Er is geen korting als er een akkoord over de ontslagaanvraag is bereikt tussen de werkgever en de belanghebbende vakbonden (of bij gebreke daarvan een andere vertegenwoordiging van werknemers), of, indien dat niet het geval is, er door deze partijen om mediation is gevraagd bij een bij de Stichting van de Arbeid in te richten commissie.

Definitieve vaststelling

Werkgevers die alleen de NOW 2.0 hebben aangevraagd, kunnen vanaf 15 november 2020 definitieve vaststelling aanvragen.
Werkgevers die alleen een NOW-aanvraag voor de eerste subsidieperiode (maart, april, mei) hebben gedaan, kunnen vanaf 7 oktober vaststelling van de eerste NOW-subsidie aanvragen.
Anders dan aanvankelijk werd aangekondigd hoeft een werkgever die zowel de eerste als de tweede tranche NOW heeft aangevraagd de vaststelling voor beide tranches niet gelijktijdig aan te vragen. Iedere aanvrager zal dus vaststelling voor de eerste tranche kunnen aanvragen vanaf 7 oktober 2020. Dit is overigens geen verplichting: aanvragers kunnen alsnog, indien zij dit zelf willen, de vaststellingsaanvragen voor de eerste en tweede tranche gelijktijdig indienen ná 15 november 2020.

Houdt NOW 2.0 rekening met de typische loonsom-kenmerken van seizoenswerk of met het feit dat je als werkgever een hogere gemiddelde loonsom hebt in de subsidieperiode dan tijdens de referentieperiode?

Bij de verlenging van de NOW worden bedrijven met een seizoenspatroon tegemoet gekomen, doordat bij de referentiemaand voor de loonsom is gekozen voor maart, in plaats van januari. De aanpassing biedt uitkomst voor seizoensbedrijven die tussen januari en maart van dit jaar een toename in personeel hadden. Voor bedrijven met een seizoenspatroon is ook een oplossing gezocht voor het eerste tijdvak. Daarvoor geldt dat indien de loonsom van maart tot en met mei hoger is dan de loonsom van drie maal januari, de loonsom van maart als uitgangspunt wordt genomen. Hiermee gaat het subsidiebedrag voor de werkgever omhoog. Deze nieuwe rekenmethode geldt automatisch voor alle werkgevers met een hogere gemiddelde loonsom in de periode maart tot en met mei dan in de maand januari.

Ik heb in maart een extra periode salaris (zoals een dertiende maand) uitbetaald. Daarmee is mijn loonsom van maart hoger. Wat is het effect hiervan voor de hoogte van het de subsidie?

In het tweede subsidietijdvak van de NOW wordt de subsidie gebaseerd op de loonsom van maart en vergeleken met de loonsom van juni, juli en augustus. Bij de bevoorschotting en de vaststelling van de subsidie zal UWV de loonsommen van de verschillende maanden zo zuiver mogelijk toepassen en vergelijken. Zo worden extra periode salarissen, zoals een dertiende maand, en de uitbetaling van vakantiebijslag uit de loonsommen gehaald. Het uitbetalen van een extra periode salaris heeft daarmee geen effect op de hoogte van de subsidie. Zo wordt voorkomen dat werkgevers enkel vanwege de betaling van een extra periode salaris de volledige NOW-subsidie moeten terugbetalen, vanwege een dalende loonsom.

Hoe werkt de inspanningsverplichting tot het stimuleren van een ontwikkeladvies en/of scholing?

Voor het tweede tijdvak van de NOW geldt voor werkgevers een inspanningsverplichting om hun werknemers te stimuleren een ontwikkeladvies aan te vragen of scholing te volgen voor behoud van werk. Op het moment dat het werk sterk is verminderd of dreigt te verdwijnen is er mogelijk ruimte voor oriëntatie op een andere loopbaan en/of scholing richting ander werk. Werkgevers kunnen hun werknemers stimuleren door bijvoorbeeld tijd of middelen, bijvoorbeeld uit O&O-fondsen, beschikbaar te stellen.
Ter ondersteuning stelt het kabinet € 50 mln. beschikbaar voor een crisispakket ‘NL leert door” . Daarmee kunnen mensen die door de crisis hun werk verloren hebben of dreigen te verliezen zich heroriënteren op baankansen en daarvoor zo nodig (online) scholing volgen. Dit crisispakket heeft een looptijd van juli tot en met december 2020. Nadere informatie en voorlichting hierover volgt. Voor scholing en ontwikkeling bestaan overigens nu ook al diverse mogelijkheden. Bijvoorbeeld ‘Leven lang ontwikkelen, ook tijdens corona’ op de website van de Sociaal-Economische Raad (SER).

Hoe wordt geborgd dat werkgevers werknemers stimuleren tot een ontwikkeladvies en/of scholing?

Werkgevers die gebruikmaken van NOW zijn verplicht om hun OR te informeren over het feit dat zij deelnemen aan NOW. Mochten werkgevers niet uit zich zelf aandacht geven aan loopbaanontwikkeling en scholing, dan kan de OR of personeelsvertegenwoordiging de vinger aan de pols houden en de werkgever hierop aanspreken.

Wat gaat er veranderen ten aanzien van bedrijfseconomisch ontslag?

De verplichting voor werkgevers om geen ontslag aan te vragen blijft bestaan, maar de korting op de subsidie wordt verlaagd van 150% naar 100%. Dat wil zeggen dat de subsidie gekort wordt met 100% van de loonsom(men) van de werknemer(s) waarvoor bedrijfseconomisch ontslag is aangevraagd.

Bron: www.rijksoverheid.nl

Filmpje UWV uitleg NOW 2.0: https://youtu.be/t_UEAVicj7o