Heeft u een werkneemster in dienst die zwanger is van een tweeling of meer kinderen? Dan heeft zij vanaf 1 april recht op een langer verlof. Hoe zit het precies en wat verandert er voor u als werkgever? Ontdek hoe het zit.

Nu nog mag uw zwangere werkneemster die in verwachting is van een meerling vanaf 10 tot 8 weken vóór de uitgerekende bevallingsdatum met zwangerschapsverlof gaan. Bij een ‘reguliere’ zwangerschap is dat 6 tot 4 weken. Omdat de minimale duur van het bevallingsverlof (10 weken) voor iedereen gelijk is, duurt – op papier – het totale verlof bij een meerling langer. Toch gaat dit in de praktijk vaak anders.

Meerling: 20 weken verlof
Nu nog mag uw werkneemster het bevallingsverlof verlengen met het aantal dagen dat het zwangerschapsverlof minder dan 6 weken heeft geduurd. Dit geldt óók voor werkneemsters die in verwachting zijn van één kindje.
Werkneemsters die in verwachting zijn van een meerling, gaan weliswaar vaak eerder met verlof, maar zij bevallen vaak ook eerder. Hun verlof duurt daardoor in totaal vaak niet veel langer dan dat van iemand die één kindje krijgt. Terwijl dat wél de intentie was van het meerlingenverlof.
Daarom wordt per 1 april de Wet arbeid en zorg (WAZO) aangepast, zodat deze groep vrouwen het bevallingsverlof kan verlengen met het aantal verlofdagen dat het zwangerschapsverlof minder dan 10 weken heeft geduurd. Hierdoor duurt het meerlingenverlof écht 20 volle weken, in plaats van de gebruikelijke 16 weken.