Op 15 oktober is bekend gemaakt dat de afschaffing van de dividendbelasting definitief niet door gaat. Hierdoor heeft het Kabinet ongeveer € 2 mrd “over”. In een brief van 15 oktober jl. heeft de Staatssecretaris van Financiën aangegeven welke voorstellen zijn te verwachten om dit bedrag te besteden. Omdat het geld nagenoeg helemaal naar het bedrijfsleven gaat, raakt dit veel ondernemers. Daarom onderstaand een samenvatting van de brief. Uiteraard moeten de plannen nog door de Eerste en Tweede Kamer worden goedgekeurd.

De staatssecretaris van Financiën heeft de Tweede Kamer bericht over aanpassing van het Belastingpakket 2019 in verband met de handhaving van de dividendbelasting. De nieuwe maatregelen richten zich op verbetering van het vestigingsklimaat door verlaging van de vennootschapsbelasting, maatregelen om innovatie en ondernemerschap verder te bevorderen. Daarnaast wordt met dit pakket ook een aantal overgangsmaatregelen getroffen bij maatregelen uit het pakket Belastingplan 2019 die het bedrijfsleven raken.

Het betreft de volgende maatregelen:
1. Verdere verlaging hoge vennootschapsbelastingtarief
Het kabinet verlaagt het hoge vennootschapsbelastingtarief (Vpb-tarief) van 22,25% naar 20,5% per 2021. Het hoge Vpb-tarief komt daarmee 0,5%-punt uit onder het eerder in het Regeerakkoord voorgestelde niveau van 21%. Per saldo verlaagt het kabinet het hoge Vpb-tarief met 4,5%-punt. De in het Regeerakkoord voorziene verlaging van het hoge Vpb-tarief in 2019 wordt uitgesteld; het tarief blijft in 2019 25%.

2. Ondersteuning MKB: verdere verlaging lage vennootschapsbelastingtarief
Als extra impuls voor vooral het MKB verlaagt het kabinet het lage Vpb-tarief (stapsgewijs) verder van 16% naar 15% in 2021. In totaal verlaagt het kabinet het lage vennootschapsbelastingtarief met 5%-punt; het lage Vpb-tarief wordt met 1%-punt extra verlaagd ten opzichte van het Regeerakkoord.

3. Verlagen werkgeverslasten op arbeid
Om het ondernemersklimaat verder te versterken reserveert het kabinet vanaf 2021 een bedrag van € 200 miljoen structureel om de werkgeverslasten op arbeid te kunnen verlagen.

4. Overgangsrecht beperking afschrijving gebouwen in de vennootschapsbelasting
Er wordt overgangsrecht geïntroduceerd om de effecten van de beperking van de afschrijvingsmogelijkheden op gebouwen in eigen gebruik die recent in gebruik zijn genomen te verzachten. Hiermee wordt de door het kabinet voorgestelde beperking van de mogelijkheden om af te schrijven op gebouwen in eigen gebruik verzacht. Als het gebouw voor 1 januari 2019 door de belastingplichtige in gebruik is genomen en op dat gebouw nog geen drie jaar is afgeschreven, dan mag de belastingplichtige alsnog deze drie jaar volgens het oude regime blijven afschrijven. Het maakt in die gevallen niet uit of de boekwaarde daardoor onder 100% van de WOZ-waarde komt (uiteraard geldt wel de beperking tot 50% van de WOZ-waarde onder het huidige recht). Deze overgangsmaatregel komt met name terecht bij bedrijven die recentelijk in vastgoed hebben geïnvesteerd.

5. Verkorting terugwerkende kracht spoedreparatie fiscale eenheid
In het aanhangige wetsvoorstel spoedreparatie fiscale eenheid was voorzien dat de spoedreparatiemaatregelen in de vennootschapsbelasting en dividendbelasting zouden terugwerken tot en met 25 oktober 2017, 11.00 uur. Als verzachtende maatregel zal het kabinet deze terugwerkende kracht beperken tot en met 1 januari 2018. Daarmee wordt voor de meeste belastingplichtigen voorkomen dat de aangifte vennootschapsbelasting 2017 moet worden ingediend met inachtneming van de (op dit moment nog niet tot wet verheven) spoedreparatiemaatregelen.

6. Overgangsrecht verkorten maximale looptijd 30%-regeling
Voor het vestigingsklimaat is het van groot belang om werkgevers ruimte te bieden om buitenlandse werknemers aan te trekken. Nederland kent mede daarom de zogenoemde 30%-regeling voor ingekomen werknemers, die het mogelijk maakt onder voorwaarden een forfaitair bedrag van maximaal 30% van het loon onbelast te vergoeden. Om de effectiviteit van deze regeling te vergroten, is in het Regeerakkoord afgesproken de maximale looptijd van deze regeling met drie jaar te verkorten. Het kabinet treft alsnog overgangsrecht voor de groep waarvoor de regeling als gevolg van deze maatregel in 2019 of 2020 zou eindigen.

7. Intensivering S&O-afdrachtvermindering
Voor een goed vestigingsklimaat is innovatiekracht van vitaal belang. Het kabinet ondersteunt R&D-activiteiten via de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA). Het kabinet geeft deze ondersteuning een impuls door het percentage van de tweede schijf van
de S&O-afdrachtvermindering in 2020 te verhogen met 2%-punt van 14% naar 16%. Innovatieve ondernemers krijgen hierdoor een hogere vermindering van de af te dragen loonbelasting, als zij kosten maken en uitgaven doen ten behoeve van speur- en ontwikkelingswerk.

8. Verzachten rekening-courantmaatregel directeuren-grootaandeelhouders
In de aanbiedingsbrief bij het pakket Belastingplan 2019 is aangekondigd het excessief lenen van de eigen vennootschap door directeuren-grootaandeelhouders te ontmoedigen (rekening-courantmaatregel). De eerder geschetste contouren worden verzacht:
– in plaats van een overgangsregeling voor bestaande eigenwoningschulden worden ook nieuwe eigenwoningschulden van de dga uitgezonderd;
– bovenop deze eigenwoningschuld zal een aanvullende drempel van € 500.000 voor de dga en zijn partner gezamenlijk gelden.
Deze maatregel leidt tot een lastenrelevante derving van € 15 miljoen structureel.
Daarnaast is sprake van een neerwaarts effect op het EMU-saldo in 2019 (minder anticipatie-effecten) van € 0,45 miljard (minder anticipatie-effecten, in plaats van € 1,8 miljard € 1,35 miljard).

9. Dekking correctie raming CO2-minimumprijs elektriciteitsopwekking
De opbrengst van fiscale wetgeving wordt op het moment van indienen bij de Tweede Kamer herijkt. Dit geldt ook voor de in het Regeerakkoord aangekondigde invoering van de CO2-minimumprijs voor elektriciteitsopwekking. Herijking van deze maatregel leidt tot een lagere raming van de opbrengst, onder andere door gedragseffecten, het feit dat sluiting kolencentrales eerder niet was meegenomen
en een hogere ETS-prijs. De geraamde lastenkaderrelevante derving bedraagt € 236 miljoen in 2020 en 300 miljoen in 2021. Die maatregel wordt nu voor 2020 en voor 2021 met € 236 miljoen gedekt.

10. Direct beleggen in vastgoed door fiscale beleggingsinstelling
In het regeerakkoord is aangekondigd dat fiscale beleggingsinstellingen (fbi’s) niet meer direct mogen beleggen in Nederlands vastgoed. Omdat de dividendbelasting wordt gehandhaafd, vervalt de directe aanleiding voor deze maatregel. Over Nederlands vastgoed gehouden door fbi’s zal in principe Nederlandse dividendbelasting worden geheven. Gelet hierop ziet het kabinet af van de voorgestelde aanpassing van het fbi-regime.

Bronbelasting
Het kabinet heeft besloten de dividendbelasting te handhaven. De dividendbelasting en de bronbelasting op dividend naar laag belastende jurisdicties hebben inhoudelijke samenhang. Het is daarom nodig om de integratie van beide belastingen en de gevolgen hiervan, bijvoorbeeld voor de uitvoering, eerst te bestuderen. Daarom stelt het kabinet de invoering van de bronbelasting op dividend nu uit.
De conditionele bronbelastingen op rente en royalty’s naar laag belastende jurisdicties hebben geen samenloop met de dividendbelasting. Voor deze bronbelastingen blijft het geplande tijdstip van inwerkingtreding 2021.